Voorbij
Twee springerige stroompjes
raakten verwrongen
verknochtten zich tot een rivier
met groezelige bochten.
Na jaren keerden zij abrupt
tot twee verweesde beken terug.
Opgeschrikt. Uiteen gespat.
Vanuit de trein zie je ze liggen
als koude linialen
stijf evenwijdig glimmend
van 't stille wachten stinkend.
Beeld dat op weg of ergens van terug
steeds opnieuw aandringt.
Kauwtje pikt kiekendief
die net prooi vangt
achter in zijn rug.
Normaal gesproken schrik ik.
Onverminderd. Ben nĂș opgelucht:
heb het beeld ten slotte
van me af geschud.