open ben ik

beginnend gezicht




Ik kom aan in de grote stad

waar ik me -tot dan verloren- wend

de Gouden Eeuwse gevels

aantrek als nieuwe kleren.


Ik heb tijd uitgetrokken

onder vertrouwde bomen

aan hun voet m'n hoofd geborgen.


Open ben ik. Ogen

in een beginnend gezicht.

Wangen groeien

wanneer uit fijne mond

mijn harteklop op adem komt

en zonder pathos

klinkt.


>

<