Optocht van herinnering
Lucht beweegt van hoog naar laag.
Geleidelijk of dreigend.
Al is er een bergwand
voor ogen of op de tast
dan blijft tenminste
een verlangen naar de zege;
bedwongen hindernis.
Nu zie ik niets dan zwart
geen muur geen gat
ik val niet hang of sta
aan of op iets voelbaar
dieps en ongewis.
Lucht ijlt naar de schaarste.
Geluiden waaien aan.
Mompelende stappen op de drempel
van mijn horen. Binnensijpelende
roezemoes collage van geluid.
In de naderende karavaan
van chaos klinkt
een rusteloos solistenritme.
Zwart vibreert op de trillingen
blijkt een afgesloten ruim:
Het lawaai passeert marcheert
keert terug recht op me af.
M'n zweet ruikt penetrant
verbruikte lucht ik adem zwaar.
Wankeling. Oren knappen.
Lucht, verzadigd nu
draait giftig om het diepste punt
uit op een implosie.
Een knal.
Het vacuĆ¼m wordt opgevuld.
Verse ademteugen.
Ik heb weer beeld zie
de solist ontmoet mijn eigen ogen
doodsangst hangt nog in de hoeken.
Achter in de spiegel een stilleven:
Voorbijgetogen lijven.
Uitgewoonde optocht
van herinnering.